De heteluchtballon werd op 4 juni 1783 door Joseph en Etienne Montgolfier publiek gedemonstreerd in Annonay, het stadje waar hun papierfabriek stond. Hun ballon was van doek gemaakt en gevoerd met wit papier. Het papier was bestreken met aluin als brandwerende laag en het werd bijeengehouden met ongeveer 2000 knopen. De ballon was onbemand en overbrugde een afstand van 2 km.
Eerste ballon met passagiers
Op 19 september 1783 lieten de broers de eerste ballon met passagiers opstijgen. De vaart van een schaap, een haan en een eend vertrok vanuit Versailles en duurde 8 minuten. De ballon, beplakt met behang, bereikte een maximale hoogte van 500 meter en vloog 3,5 km ver. Het voorstel om een koe op te laten stijgen, zodat er nog vlees zou zijn als de "machine" te pletter viel, haalde het niet.
Het volgende experiment bracht voor het eerst mensen in het luchtruim: aan de Parijse manufactuur van Jean-Baptist Reveillon stegen Jean-François Pilâtre de Rozièr en André Giroud de Villette 400 voet hoog aan een captieve (met touw beveiligde) ballon.
Eerste vrije luchtreis
Op 21 november 1783 maakten voor het eerst in de geschiedenis twee mensen een vrije luchtreis, namelijk Jean-François Pilâtre de Rozier en markies Francois Laurent d'Arlandes. Het vaartuig, dat opsteeg vanaf het Chateau de la Muette, bereikte een hoogte van 90 meter. Na 25 minuten landde de ballon veilig 8 km verderop.
Eerste bemande waterstofballon
Op 1 december 1783 steeg de eerste bemande waterstofballon op. Jacques Charles was de uitvinder en een van de passagiers. In Lyon lanceerde Joseph Montgolfier op 19 januari 1784 de reusachtige Flesselles, maar het was geen onverdeeld succes. Beter verging het op 4 juni de Gustave, die met Elisabeth Tible ook de eerste vrouwelijke ballonvaarder aan boord had. Het volgende jaar, op 7 januari 1785, staken de Fransman Jean-Pierre Blanchard en de Amerikaan John Jeffries het Kanaal over.
Ballon voor oorlogsdoeleinden
Nicolas-Jacques Conté stelde voor de ballons aan te wenden voor oorlogsdoeleinden en kreeg in 1793 toestemming een instituut op te richten in Meudon. De opgerichte luchtmacht eenheid kreeg de naam Compagnie d'aérostiers. Bij het beleg van Maubeuge (1793) en in de Slag bij Fleurus (1794) werd voor het eerst een luchtballon ingezet voor militaire luchtverkenning.
Langeafstandsvaarten
Op 11 augustus 1978 werd met de heliumballon Double Eagle II in zes dagen tijd de Atlantische Oceaan overgestoken. Gedurende deze tijd werd een afstand van 5000 km afgelegd.
In september 1986 werd deze tijd ruimschoots verbeterd door de Nederlandse Rozière-ballon Dutch Viking, met aan boord het ballonvaardersechtpaar Henk en Evelien Brink, samen met F-16 vlieger Willem Hageman, die de overtocht maakte binnen 52 uur.
In maart 1999 was de Breitling Orbiter de eerste ballon die non-stop rond de wereld vloog, na een tocht van 20 dagen en een afgelegde afstand van 41.000 km.
Nederland
In Nederland werd de eerste, met gas gevulde, ballon in de ochtend van 27 november 1783 opgelaten door Johannes van Noorden vanaf het landgoed Rosenhof net buiten Rotterdam. Een paar dagen later, op 1 december, werd het experiment met publiek erbij herhaald. Bij de derde poging werd het touw waaraan de ballon vast zat losgesneden. Uiteindelijk werd de ballon op 20 december teruggevonden bij het dorp Lekkerkerk, zo'n 10 kilometer verder.
Eerste ballonvaart in Groningen
Daarna volgden anderen al snel. Daarbij werd zowel gas als hete lucht gebruikt. Zoals bijvoorbeeld in Groningen, waar de Groninger Courant op 19 maart 1784 berichtte dat Jan Modderman samen met Gerrit van Olst in Groningen een ballonvaart georganiseerd had. Vanaf een van de scheepswerven van de gebroeders Modderman werd een zelfgemaakte papieren heteluchtballon met daaraan een vogel in een kooi opgelaten om 15 kilometer verderop in het Drentse Bunne weer te landen.
Eerste ballonvaart in Amsterdam
Op 25 maart 1784 volgde een geslaagde ballonvaart in Amsterdam langs de Amstel. De ballon was rood-wit-blauw gekleurd. De experimenten zijn herhaald in Leiden en op 14 mei in Leeuwarden. De ballon werd door een groep jongens met stokken aangevallen en geheel gesloopt en vernield. Een mislukte ballonvaart op 20 juli 1785 bij de Utrechtse poort leidde tot een rel. De menigte begon met stenen en dakpannen te gooien naar de initiatiefnemer, die in een kroeg een goed heenkomen zocht.
Eerste bemande ballonvaart in Den Haag
De eerste bemande ballonvaart in Den Haag vond plaats op 12 juli 1785, uitgevoerd door Blanchard vanuit de paleistuin van paleis Noordeinde. Bij de landing nabij Zevenhuizen werd de ballon door woedende boeren kapot geprikt.
Eerste ballonvaart in Nederland door een Nederlander
De eerste ballonvaart in Nederland door een Nederlander vond plaats op 29 september 1804 door de Haarlemse fabrikant en instrumentmaker Abraham Hopman. Zijn aanvankelijke mislukte poging leverde hem de bijnaam Abraham Fopman op.
Eerste ballonpostvlucht
28 november 1870 kwam, per ongeluk, de eerste ballonpostvlucht aan in Nederland, nabij het plaatsje Castelré landde de Franse ballon Archimède met post uit het omsingelde Parijs (De Frans-Duitse Oorlog). Dit feit wordt herdacht met een monument in Castelré en een gevelsteen in het stadhuis van Baarle-Nassau.
Postballon ontsnapt uit Parijs
En 18 januari 1871 gebeurde het nogmaals dat een postballon met 85 kg post en drie ballonvaarders uit het belegerde Parijs ontsnapte en nabij Merselo landde. De bemanning was goed doorvoed en gaf aan dat er voldoende eten in Parijs was om het beleg nog wel een maand vol te houden. Op de plaats waar deze ballon landde, werd enkele jaren later een Ballonzuilmonument opgericht. Het bosgebied in de nabijheid staat tegenwoordig bekend als de Ballonzuilbossen.
België
In België kwam er al op 20 november 1783 een eerste wapenfeit in de ballonvaart. Op het Arenbergkasteel in Heverlee lieten Jan Pieter Minckelers en hertog Lodewijk Engelbert van Arenberg met succes een onbemande ballon opstijgen. Het tuig, niet veel meer dan een halve meter hoog, was gemaakt uit goudslagersvlies en werd aangedreven door steenkoolgas, een alternatief voor het verbranden van wol en stro door de gebroeders Montgolfier of het waterstofgas van Jacques Charles.
De ballon kwam ruim 20 km verder neer in Zichem. Het duo voerde op 8 februari 1784 een nieuw experiment uit in het Brusselse Egmontpaleis met een ballon van dertig voet hoog. In de volgende maanden lanceerden ze in Antwerpen en opnieuw Heverlee. Anderen organiseerden dat jaar onbemande vluchten in Luik, Oostende, Leuven, Brussel en Ieper.
De eerste niet-Fransman in de lucht
Prins Charles de Ligne was op 19 januari 1784 de eerste niet-Fransman in het luchtruim, aan boord van Le Flesselles. In april van dat jaar financierde hij een ballonvlucht vanaf de Grote Markt van Bergen.
Eerste bemande vlucht in Belgie
De eerste bemande vlucht op Belgisch grondgebied werd uitgevoerd op 19 november 1785 door de Franse pionier Jean- Pierre Blanchard. De hond die hij uitwierp aan een parachute kwam veilig neer in Wachtebeke, maar hij kwam zelf in de problemen en moest uiteindelijk voor Hontenisse worden opgevist uit de Scheldemonding. Ook Brussel en Luik vermaakte hij het volgende jaar met zijn kunnen. Omdat neerkomende ballonen brandgevaar opleverden voor huizen en akkers, kwam er op 26 mei 1786 een landelijk verbod.
Hoogterecord
De Luikse wetenschapper Etienne-Gaspard Robert en zijn student Auguste Lhoëst vestigden op 18 juli 1803 een hoogterecord in Hamburg. Aan de hand van barometergegevens berekende Robert dat ze tot 7280 meter waren gestegen. Zij waren dan ook de eersten die ernstige hoogteziekte doormaakten.
Een van de eerste Belgische piloten
Een van de eerste Belgische piloten was Frans De Pauw. Op de Antwerpse Rubensfeesten vloog hij op 27 augustus 1877 met zijn luchtballon Le Saturne. In 1901 werd de Aéro-Club de Belgique opgericht. Hoewel het vliegtuig al snel met de meeste aandacht ging lopen, professionaliseerde ook het ballonvaren. In de periode 1920-1937 won de Belgische ballonvaarder Ernest Demuyter vijf keer de afstandswedstrijd Coupe Aeronautique Gordon Bennett.
Eerste vlucht in de stratosfeer
De Zwitser Auguste Piccard deed aan de Universite Libre de Bruxelles proefnemingen om de stratosfeer te bereiken en slaagde daar ook in. In 1931 steeg hij in de Alpen tot 15.781 meter en het volgende jaar tot 16.940 meter.